
Single origin koffies van de beste kwaliteit, waarvoor een eerlijke prijs is betaald. En waaraan een fijne, open samenwerking met alle schakels in de keten centraal staat. Maak kennis met The Coffee Quest. Friso werkt, samen met compagnons Ronald en Michiel, bij dit mooie bedrijf. Wat doet hij precies? En welke uitdagingen ziet hij allemaal in de koffiewereld? Ik dronk een koffietje met hem en vroeg hem het hemd van het lijf.
‘The Coffee Quest is een Nederlands-Colombiaans bedrijf dat ruwe koffie importeert. Of groene koffie, zoals dat ook wel wordt gezegd. Dat doen we onder drie voorwaardes: transparancy, collaboration en quality. Transparantie door de koffie altijd te verkopen met het verhaal dat erachter zit. Daarvoor bezoeken we de boeren van wie we de koffie kopen. Ik denk dat je dat ook wel merkt in de wereld, dat de honger naar dat je weet wat je op tafel krijgt overal groeit. Samenwerking is nodig omdat er zoveel stappen zijn om koffie in goede staat van A naar B te krijgen. Heel veel mensen binnen de keten spelen daar een actieve rol in. De boer, de brander en de barista bijvoorbeeld, die in principe in elke stap de koffie kunnen verpesten óf het beste eruit kunnen halen. We werken ook samen met een inkoopnetwerk. Dat zijn koffieproevers die koffies voor ons inkopen en de connecties met de boeren onderhouden. En dan heb je nog een heleboel mensen van wie je eigenlijk niet echt iets hoort, maar die wel belangrijk zijn. Zoals de ploegers die voor de boeren werken en de chauffeurs die de koffie van A naar B brengen. Onze rol in de keten is die van tussenhandelaar, als importeur en exporteur. In die rol letten we ook heel goed op de kwaliteit van de koffie, onze derde voorwaarde. Goede kwaliteit specialty coffee, daar ook veel vanaf weten en ons best doen om altijd bovenop die kwaliteit te zitten.’
‘De boer, de brander en de barista kunnen in principe in elke stap de koffie verpesten óf het beste eruit halen’
‘We exporteren koffie vanuit Colombia naar Nederland. Maar ook vanuit Colombia naar andere werelddelen. Eerst exporteerden we 100% vanuit Colombia naar Nederland, nu is dat nog 30%. In Colombia kunnen we de koffie echt direct van de boer kopen. Daar zetten we dus ons inkoopnetwerk in, die in verschillende Colombiaanse dorpen werken en ons helpen met de inkoop.’
‘The Coffee Quest is ontstaan naar het idee van Ronald de Hommel, mijn partner en directeur in Colombia. Zijn idee was: ‘cut out the middle man’. Hij begon in kleine hoeveelheden zijn eigen koffie te exporteren en importeren. Ik en Michiel, met wie ik nu samenwerk in Amsterdam, deden iets vergelijkbaars. Uiteindelijk zijn onze 3 minibedrijfjes samengevoegd in een start-up met meer potentie. Met het idee dat je veel meer kunt bereiken als team. Sinds 2017 gaan we dus eigenlijk als een soort 2.0-versie samen verder.’
‘We halen koffie uit 7 landen: Colombia, Brazilië, Ethiopië, Oeganda, Costa Rica, Guatemala en Nicaragua. Behalve in Nederland en Colombia hebben we ook een The Coffee Quest in Brazilië en een The Coffee Quest in de Verenigde Staten. Dat zijn twee bedrijven die onafhankelijk zijn, maar wel onder The Coffee Quest en de 3 voorwaardes werken. We geloven dat dit werkt, dat het bij de tijdsgeest past om ook over grenzen te gaan. Daarbovenop hebben we nog een heleboel projecten lopen. Dat noemen we onze Pioniersprojecten. Dat zijn projecten die vooral in Colombia en in Oeganda plaatsvinden.’
‘Jazeker. Ik denk dat dat een land is dat je telkens meer gaat zien. Je merkt heel erg dat zodra iets in de specialty coffee scene meer geschonken wordt, dat zulke namen ook meer naar voren komen. Oeganda was altijd een vrij laag kwaliteitsland. Nu merken we dat er steeds meer partijen aan het professionaliseren zijn en zich veel meer focussen op het post harvest gedeelte, dus het proces na de oogst. Het stukje van het wassen, het drogen en de fermentatie van de bonen. En dan merk je eigenlijk dat ze als land best wel veel potentie hebben om hele goede koffies te produceren.’
‘Ik geloof heel erg dat het de uitdaging voor iedereen is om, binnen zijn eigen keten, zoveel mogelijk lange-termijn-gedachten te hebben en stabiliteit te tonen. Inflatie is op dit moment namelijk wel een grote uitdaging. We hebben gezien dat die omhoog schoot, weer omlaag ging en nu ergens daartussen stabiliseert. Voor heel veel boeren is dat heel lastig. Want én de prijs ging omhoog, dus ze verdienen meer, maar tegelijkertijd gingen ook hun kosten ontzettend omhoog. En dan de koffiebranders: zij dealen niet alleen met hoge koffieprijzen, maar ook met duur personeel, hoge importkosten…’
‘Soms gebeuren dingen sneller dan dat mensen bereid zijn om meer te betalen. Wij veranderen ook ons kooppatroon in de supermarkt als plotseling alle prijzen omhoogschieten. Voorheen wilde ik misschien wel alles biologisch, maar nu kan dat niet meer. Te duur. Ik denk dat veel mensen in die stress zitten. Dat ze iets willen, maar dat het lastig is om dat te bereiken. Ik denk dat de enige manier om dit te doen is om zoveel mogelijk eigenlijk de stabiele factor te creëren tussen beide kanten van de wereld. Wij doen dat door zoveel mogelijk transparantie te bieden. Als mensen inkopen, dat ze weten wat ze kunnen verwachten van een bepaalde koffie.’
‘Mensen moeten weten wat ze kunnen verwachten als ze een bepaalde koffie kopen.’
‘Waar we heel trots op zijn, is de fabriek die we in 2018 hebben neergezet in Colombia. Dat is een fabriek in Medellín waarin koffie wordt verwerkt. Daar werken ze met koffie ‘parchment’, oftewel ruwe koffiebonen waar het schilletje nog omheen zit. In de fabriek worden de schilletjes eraf gehaald, de defecten uit de bonen gehaald en de bonen op grootte en densiteit geselecteerd. Eerder stonden in die omgeving alleen maar fabrieken die zich richtten op commodity coffee. De machines in die fabrieken werkten helemaal niet precies. De ene keer kwam je met 4 zakken bonen aan en kreeg je er 2 zakken voor terug, en de andere keer gaf je 4 zakken koffie en gaven ze er 6. Maar met de kleine koffieboeren willen we juist heel specialistisch zijn. Een mooi product in een kleine batch. Daarom zetten we zo’n small batch fabriek in Medellín op. In die fabriek kunnen we de bonen ook zelf verpakken.’
‘In Colombia werken we met 40 man. In Brazilië en in de Verenigde Staten 4 per land, en hier in Nederland zijn we met 9. Ik denk dat we met deze aantallen goed dicht op ons bedrijf kunnen blijven. We kunnen zo goed onafhankelijk van elkaar werken én samenwerken. En daardoor kunnen we ook goed vooruitkijken, toekomstplannen maken. We denken er bijvoorbeeld wel eens over na om nog verder omhoog te gaan in de koffieketen. Dus geen droge koffie, maar juist de bessen in te kopen. Dan kun je een boer dezelfde prijs geven voor z’n product, zonder dat hij de koffie daarvoor nog helemaal moet verwerken. Aan de andere kant kun je ook weer volledig de kwaliteit bepalen en in de gaten houden. Dat zijn allemaal interessante dingen om over na te denken.’
‘Eigenlijk willen we zelf kersen inkopen én mensen leren hoe je het doet, zodat we dan daarna ook nog de gedroogde koffie van hun kunnen kopen. Ik denk ook wel dat dat nodig is, want met klimaatvolatiliteit wordt het gewoon telkens duurder om koffies te produceren. Dus je hebt als boer eigenlijk je meerwaarde nodig om genoeg te kunnen verdienen. Om dat te blijven doen, weer te herinvesteren en dat te kunnen blijven doorzetten.’
‘Mijn achtergrond is supply chain management, dus meer de logistiek. Ik ben er eigenlijk ingerold aan de productiekant. En ik spreek Spaans. Ik was een stage aan het doen in Nicaragua en voor mij paste het hele plaatje gewoon. Ik vind koffie heel interessant, ik vind het mooi dat het een ‘100% ingrediënt’ is. Dus koffie wordt verkocht en verwerkt, maar het blijft koffie. Het is niet net als granola of appeltaart, waar van alles in gemixt wordt en eigenlijk mengelingen zijn van allerlei ingrediënten.’
‘Ik vind koffie heel interessant, omdat het een 100%-ingrediënt is.’
‘Dat is eigenlijk een hele simpele tip: hele bonen kopen, daarna een maler kopen, en als je een maler in huis hebt betere koffie kopen. Dan zeg ik: begin eerst met bonen uit Brazilië, dan met een Colombia, stap dan over op Centraal-Amerika en werk dan naar Ethiopië toe. Bonen uit Ethiopië hebben namelijk het hoogste aciditeitgehalte en de meest complexe smaken. Je moet die hele reis voltooien. Ethiopische koffies zijn namelijk niet vergevingsgezind. Als jij die slecht maakt, dan is-ie nóg minder lekker dan wanneer je een normale koffie slecht maakt. De hoge complexiteit en de hoge zuren die erin zitten, maken het gewoon één zure bak.
‘In vergelijking met bijvoorbeeld bier en wijn loopt de koffiewereld nog wel achter. Koffie is natuurlijk niet precies hetzelfde, maar je merkt wel dat de vooruitgang van producten vaak gebeurt als productie en consumptie dicht bij elkaar zitten. Kijk bijvoorbeeld maar naar wijn: wijnboeren zitten vaak in de buurt van mensen die wijn drinken. Bij koffie is dat meestal niet zo. De investering in de productiekant van koffie is daarom altijd heel laag geweest. Maar nu zie je daar toch een omslag in. Vooral in landen als Brazilië en Colombia, die eerst lagelonenlanden waren. Daar is nu veel meer lokale investeringscapaciteit. We zien daardoor ook steeds meer koffies met bijzondere smaken. Laatst proefden we in Colombia bijvoorbeeld een koffie met Mojito-smaak. Dat is de smaak van wat overblijft in de Mojito-glas, namelijk een mix van bruine suiker en mint.’
Check hier The Coffee Quest Impact Report of 2022:
https://www.thecoffeequest.com/wp-content/uploads/2023/04/Impact-Report-2022.pdf
‘Ja, ooit misschien wel. Ik denk ook wel dat in zulke koffies met bijzondere smaken, dat daar meer toekomst in zit. Vooral voor het grote publiek ook. Het enige is dat die koffies nu nog heel duur zijn. Maar als meer mensen dit gaan doen, en de productietechnieken worden beter… Dan wordt zulke koffie een stuk betaalbaarder. En dan is het ook echt de moeite waard.’
‘In principe zijn wij een Nederlands-Colombiaans bedrijf dat ruwe koffie importeert. Of groene koffie, zoals dat ook wel wordt gezegd. Dat doen we onder drie voorwaardes: transparancy, collaboration en quality.
Colombia, Brazilië, Ethiopië, Oeganda, Costa Rica, Guatemala en Nicaragua.
‘Van een batch gebrande koffiebonen nemen we een klein monster. Daar bepalen we de kwaliteit van. We betalen op basis van kwaliteit, hebben dus geen uniforme prijs. Er is een minimumkwaliteit voor onze markt en we hebben een punten-scoreverdeling. Nadat de bonen zijn geproefd, bepalen we het aantal punten. Ga je uiteindelijk punten omhoog, dan krijgen boeren zoveel meer Colombiaanse pesos betaald.’
In Colombia werken we met 40 man. In Brazilië en in de Verenigde Staten 4 per land, en hier in Nederland zijn we met 9.
Dat wil jij toch ook? Lekker makkelijk! Twee keer per maand onze nieuwsbrief in je inbox. Met tips voor nieuwe koffiebars, exclusieve winacties en de lekkerste koffie recepten.