In koffie zit cafeïne. En van cafeïne krijg je energie. Niks nieuws, toch? De kans is zelfs groot dat je regelmatig koffie drinkt vanwege die energieboost die je ervan krijgt. Toch is dat niet voor iedereen zo. Mensen kunnen namelijk ook rusteloos worden, hoofdpijn krijgen, last krijgen van slapeloosheid en angstgevoelens ervaren als ze cafeïne innemen.
Vaak gaat het dan om grotere hoeveelheden cafeïne, maar bij sommigen kunnen deze klachten ook bij kleinere porties koffie al ontstaan. Voor mensen die snel klachten krijgen van koffie is een cafeïnevrije variant vaak dé oplossing. Maar wat drink je dan precies? En is dat eigenlijk wel te drinken?
Allereerst wat achtergrondinformatie over cafeïnevrije koffie. Cafeïnevrije koffie, ook wel decaf koffie genoemd, is koffie waar een hele lage concentratie cafeïne in zit. Het gaat in dit geval om 2 tot 4 milligram koffie per kopje. Cafeïnevrije koffie is dus niet 100% cafeïnevrij! Koffie kan namelijk niet volledig cafeïnevrij gemaakt worden. De term ‘cafeïnevrij’ is dus een beetje misleidend.
Decaf koffie wordt gemaakt van cafeïnevrije koffiebonen. Er zijn verschillende methoden om koffiebonen vrij van cafeïne te maken. De volgende twee methoden zijn het bekendst:
DCM staat voor dichloormethaan. Dit is een koolwaterstof die cafeïne aan zich kan binden. Door de koffiebonen in dichloormethaan te weken, wordt de cafeïne uit de bonen getrokken. De bonen worden vervolgens meerdere keren gewassen, om ze daarna te stomen, drogen en te koelen. Tijdens het branden van de koffiebonen worden de allerlaatste restjes dichloormethaan verwijderd. De koffiebonen zijn daarna decaf.
Dit is een milieuvriendelijke methode om koffiebonen cafeïnevrij te maken. De bonen worden, net als bij de DCM-methode, eerst in water geweekt. Aan het water wordt vervolgens koolzuur toegevoegd. Dit koolzuur lost, onder zeer hoge druk en een lage temperatuur, de cafeïne uit de koffiebonen op. De bonen worden tot slot (net als bij de DCM-methode) gedroogd, gekoeld en gebrand.
Koffie is in principe niet ongezond. Dat geldt ook voor cafeïnevrije koffie. Voor normale koffie (met cafeïne) geldt een maximum van 4 koppen per dag, anders kun je teveel last krijgen van negatieve bijwerkingen. Denk aan de bijwerkingen die we eerder in dit artikel hebben benoemd. Omdat decaf koffie een aanzienlijk lagere hoeveelheid cafeïne bevat (2 á 4 milligram – ter vergelijking: koffie met cafeïne bevat 85 milligram cafeïne per kopje), zul je geen tot weinig last hebben van zulke bijwerkingen. Voor mensen die last hebben van de negatieve bijwerkingen van koffie is cafeïnevrije koffie dus een goed alternatief.
Dan een belangrijke vraag voor ons koffieliefhebbers: smaakt koffie van cafeïnevrije koffiebonen nou heel anders dan koffie met cafeïne? Ja, het cafeïnevrij maken van koffiebonen is van impact op de smaak en geur van koffie. Maar die impact is niet heel groot. Vergelijk je een cafeïnevrije koffie met een normale koffie, dan zul je merken dat de decaf variant iets milder ruikt en smaakt. Cafeïne is namelijk een stof die koffie een wat bittere smaak geeft. En dat is precies de stof die bij cafeïnevrije koffie onttrokken wordt uit de koffiebonen.
Is cafeïnevrije koffie dus te drinken? Jazeker! Vooral als je geen last meer wilt hebben van de negatieve bijwerkingen van cafeïne, is het een heel goed alternatief voor normale koffie. Je zult wellicht wat moeten wennen aan de smaak en eventjes moeten experimenteren om jouw favoriet te ontdekken. Maar dat is ook het geval als je een nieuwe koffie mét cafeïne probeert, nietwaar?
Drink jij wel eens decaf koffie? Zo ja, welke is jouw favoriet?