
Er komt best wel wat kijken bij een lekker kopje koffie zetten. De ene keer heb je geluk en smaakt ‘ie heerlijk. De andere keer is je koffie echt niet te hachelen en gooi je hem zo door de gootsteen. Gelukkig kun je daar iets aan doen. Hoe? Dat leg ik je in dit artikel uit.
Bij koffie draait alles om balans. Maar hoe creëer je nu die balans? De ene keer lukt het je wel, de andere keer helemaal niet en smaakt je koffie te zuur of bitter. En dat terwijl je niets anders doet. Herkenbaar? Ja hè! Om maar met de deur in huis te vallen, er is geen enkel standaard recept dat voor iedere koffie werkt. En om je koffie echt in balans te krijgen, zul je moeten meten, proeven en experimenteren. Juist dat maakt zelf (filter)koffie zetten leuk. Althans, dat vinden wij 🤓. En door dit regelmatig te doen, word je er vanzelf beter in.
Er zijn een aantal variabelen die van invloed zijn op de smaak van je koffie, dat zijn:
De maalgraad met het aantal kliks op een Comandante handmolen
Door met elke van bovenstaande variabelen te experimenteren, zorg je ervoor dat je koffie meer in balans raakt. Die balans zit ‘m overigens in de verhouding tussen de smaken zuur, zoet en bitter. Dat zijn ook meteen de 3 verschillende fasen van filterkoffie.
Wanneer gemalen koffie namelijk in aanraking komt met water, gaat de koffie smaak afgeven. Dat heet extractie. In de eerste fase lossen de organische zuren op, die geven de koffie vanzelfsprekend een zure smaak. Daarna volgen de zoete verbindingen, die geven je koffie die florale zacht zoete smaak. In de laatste fase lossen de bittere verbindingen op. De bitters in je koffie zorgen vaak voor “karakter”. In de regel geldt nog steeds dat mensen verwachten dat koffie altijd bitter smaakt, maar dat hoeft dus niet. Die bitters kun je dus gewoon doseren, door je 3e fase als het ware te verkorten of te verlengen.
Zuur, zoet en bitter: de 3 fasen in filterkoffie
“Interessant”, hoor ik je denken. “Maar hoe doe ik dat dan?”. Nou, dat leg ik je nu uit. Om erachter te komen aan welke knoppen je moet draaien (een van die variabelen van hierboven dus ☝), zul je eerst moeten meten wat je precies doet. Start bijvoorbeeld eens met de volgende waardes:
Lees ook:
Zo smaakt je koffie van zuur naar bitter
Als je je koffie nu volgens bovenstaande variabelen hebt gemaakt, ga je proeven. Denk hierbij aan de fases zuur, zoet bitter. Wat proef je? Is je koffie te zuur (onderextractie), dan heeft ‘ie dus te weinig zoete en bittere smaken. Zure smaken worden in het begin van het proces afgegeven, dus is je tijd te kort. Verander dan één variabele, zoals bijvoorbeeld de maalgraad. Zet die 2 kliks fijner en probeer het opnieuw. Is je koffie te bitter, dan heeft de laatste fase te lang geduurd en overheersen de bittere smaken. Zorg er dan voor dat je de doorlooptijd verkort door grover te malen, of kouder water te gebruiken.
Kortom, jouw koffie in balans brengen vergt wat tijd en energie. Je moet vooral experimenteren en bewust proeven. Probeer je koffie ook eens af te laten koelen, vaak komen de zoete en zure smaken dan meer naar voren. Kom je er echt niet uit, neem dan gewoon contact met ons op, of stuur een berichtje op Instagram. We helpen je graag!
Dat wil jij toch ook? Lekker makkelijk! Twee keer per maand onze nieuwsbrief in je inbox. Met tips voor nieuwe koffiebars, exclusieve winacties en de lekkerste koffie recepten.